Seizoensgebonden?

‘Heeft u nog, eh, gloeiwijn?’ vraagt een jongeman aan een supermarktmedewerker. Het is zaterdagmiddag 13 februari 2021 en buiten is het min 7 graden Celsius. Ik sta binnen, vlakbij, en niet toevallig ook op de wijnafdeling. De medewerker verstaat hem niet, en dat begrijp ik, want de jongen mompelt. Onzeker over zijn vraag? Of over zijn leeftijd? Hoe dan ook, ik heb nog nooit iemand naar gloeiwijn horen vragen. Terwijl het natuurlijk een letterlijke vertaling is van glühwein. De jongen herhaalt aarzelend zijn vraag. ‘Heeft u nog gloeiwijn, eh, gluuuuwijn?’ De supermarktmedewerker knikt nu begripvol en kijkt behulpzaam mee in de onderste schappen, waar gewoonlijk alle goedkope meukwijn staat. ‘Nee, sorry, uitverkocht.’

“Seizoensgebonden?” verder lezen

Smakelijk

We spraken altijd af op de lingerieafdeling van het modieuze grootwarenhuis. Daar hoefden we elkaar niet te zoeken. Het was, en is er zelden druk. We neusden dan wat door de collecties, kochten soms een slipje en kletsten ondertussen onophoudelijk. Want daar ging het natuurlijk om. Om bij te praten. Live, want telefonisch deden we dat al geregeld. Er zat ruim honderd kilometer tussen Vriendin en mij en een paar keer per jaar veroorloofden we ons dit uitje halverwege. Na de lingerieafdeling gingen we steevast naar het inpandige restaurant. Onze portemonnee was bescheiden, dus de lunch ook: voor elk een tosti, in twee driehoekjes gedrapeerd op het bord, met een blaadje sla erbij voor het contrast, en de bordvulling. Onze guilty pleasure was, buiten het eventuele nieuwe slipje, een glas rode wijn, net zo duur als de tosti, maar oh oh wat smaakte dat.

“Smakelijk” verder lezen

Hoe groter, hoe beter?

‘Sommige dingen moet je ruim zien,’ antwoord ik Verloofde. ‘Zeker in deze tijd.’ Hij kijkt me nu geamuseerd aan. Eerder had ik hem gevraagd een magnum champagne boven te halen uit de wijnkelder en had hij fronsend zijn wenkbrauwen opgetrokken. ‘We zijn toch maar met zijn tweeën vanavond? Is dat niet wat overdreven?’ ‘Misschien, maar ik ben graag op alles voorbereid.’ zeg ik met mijn liefste glimlach.

Gelijk had hij wel een beetje. Gezien alle restricties met betrekking tot het ontvangen van mensen was de kans inderdaad reëel dat we de avond samen zouden doorbrengen. Dus, dacht ik, dan maken we die zo leuk mogelijk? Een kwestie van het glas halfvol houden!

“Hoe groter, hoe beter?” verder lezen

Een goed begin van de dag

Er zijn van die jaloersmakende titels dat je alleen al om die reden het betreffende boek zou willen aanschaffen. ‘Niemand ontbijt meer met een glas wijn’ is er zo één voor mij, geschreven door de Fransman Louis Sébastien Mercier. De titel ademt niet alleen een verlangen, maar ook een zekere weemoed uit. En dat is ook zo, Mercier (1740-1814) neemt je mee terug in de tijd. Hij schildert met woorden een levendig tableau van het pré-revolutionaire Parijse leven eind 18e eeuw. In korte, licht vileine en niet zelden geestig geschreven hoofdstukjes neemt hij bepaalde gebruiken, personen en wetten onder de loep. Dat levert rake zedenschetsen op, inclusief dubbele moraal, van burgers, hondjes, pruiken, rijtuigen, geleerden, grisettes, verordeningen (en hoe die te omzeilen), azijnverkopers en de geplogenheden rondom begroetingen. Lekker actueel opeens.

“Een goed begin van de dag” verder lezen