Een wandeling in Piëmonte…

Het cultuurlandschap met de glooiende wijngaarden en hazelnootvelden is niet de enige reden waarom we graag in Piëmonte, noordwest Italië, komen. Het zicht is weids, het klimaat aangenaam, het eten puur, de wijnen zijn er van hoog niveau en de mensen vriendelijk. We verblijven een week in de buurt van Monforte d’Alba en verpozen ons. Te midden van de wijngaarden oefent Verloofde met zijn drone en maken we wandelingen. Niet te ambitieus en elke dag een andere. Doel van die dag: het pittoreske dorpje aan de overkant van de vallei, Novello. Dwars door de wijngaarden zou dat in anderhalf uur goed  te doen moeten zijn, volgens locali. Opgewekt gaan we op pad.

We lopen langs de bosrand naar beneden, met aan weerszijden bomen vol perziken, abrikozen, mispels, peren en pruimen. Tot zo’n veertig jaar geleden werd hier in de streek voornamelijk fruit en graan verbouwd. Er was wel wat wijnbouw, maar met name voor eigen gebruik en de lokale markt. Faam, ook internationaal, had eigenlijk alleen Barolowijn, genoemd naar het gelijknamige plaatsje een paar kilometer verderop. Het succes van deze wijnen inspireerde andere boeren uit de streek en die stapten dan ook massaal over op wijnbouw. Het verklaart de huidige lapjesdeken aan wijngaarden zo ver het oog reikt.

Barolowijnen worden gemaakt van de nebbiolodruif. Geen gemakkelijke, wel de bekendste rode druif van de streek en in ieder geval één van de oudste Italiaanse druivenrassen. Hij gedijt goed in de kalk- en kleigrond van Alba en is bestand tegen vochtige omstandigheden, zoals de (ochtend)mist hier. En overstromingen en hagelbuien zijn ook geen uitzonderingen, zoals wij nog zullen merken. De nebbiolo heeft een dunne schil waardoor de wijnen een karakteristieke lichtrode kleur hebben. Maar vergis je niet, in geur en smaak zijn ze over het algemeen krachtig en hebben ze een goed bewaarpotentieel.

Terug naar Novello, althans, onze tocht door de wijngaard, nu naar boven klimmend. Het is warm, benauwd. Bespiegelingen over de tegenvallende conditie en de goede voornemens daar nu echt iets aan te gaan doen, laat ik hier achterwege. Novello lonkt, en een glas nas-ciëtta ook. Geen probleem als je nog nooit van deze witte wijn gehoord hebt, ik was hem ook even vergeten, al is hij door het specifieke terroir nauw verbonden aan Novello. De wijn is strogeel en geurt naar bloemen en fruit. In sommige versies doet hij me een beetje denken aan een riesling. Maar niet die van wijnmaker Elvio Cogno, die de autochtone druif nas-ciëtta opnieuw op de kaart heeft gezet. We proeven zijn voortreffelijke, licht hartige wijn op een door bomen beschaduwd terras van het enige pleintje dat Novello rijk is, en bestellen een bescheiden lunch.

Wat daarna minder trekt, is de wandeling terug met opnieuw aardig wat hoogteverschillen in het vooruitzicht. Zeker na een tweede glas. We gaan de opties na. De kans op een Ubertje in deze contreien achten we klein. Maar een bus of taxi zou toch wel te krijgen zijn? We vragen het de serveerster. Ze lacht, licht spottend, achter haar mondkapje. ‘Si, si’, zegt ze, ‘er rijden hier wel bussen. Maar vandaag niet. Het is zondag.’ Ai, even over het hoofd gezien. Om die reden is ook de lokale taxichauffeur niet beschikbaar, hij eet bij zijn familie in Turijn, zegt hij als ik hem bel.

Dat wordt terugwandelen dus. En niet te lang dralen, het weer is aan het omslaan, de lucht kleurt donker. We hebben nog één alternatief. Op de achterzijde van de placemat pent Verloofde in grote letters ‘Monforte’ neer. We passen de route aan door de weg, en niet de wijngaardpaden te volgen. Er is weliswaar niet veel verkeer, maar bij elke auto gaan mijn duim en bordje omhoog. En zie, na tien minuten wandelen stopt een auto en krijgen we een lift tot vlak bij ons onderkomen. De laatste kilometer leggen we, vrolijk, te voet af. En gelukkig zijn we net op tijd binnen voor de gigantische hagelbui die daarna losbarst…


Wil je per e-mail op de hoogte gehouden wanneer er een nieuw bericht komt? Vul dan hierboven je e-mailadres in.

Geef een reactie