Een hoofddoek zou van pas gekomen zijn. Niet omdat ik opeens bekeerd ben maar om mijn gezicht te beschermen. Het is ver na middernacht als we, met de nodige vertraging, in Dubai arriveren. Er woeden hevige zandstormen. Hoewel de contouren (en de lichtjes) een belangrijk deel van het imago uitmaken, is er van de fenomenale gebouwen nu weinig te zien, gehuld als de stad is in stoffige zandnevels. Op deze verrassende weersomstandigheden zijn we niet voorbereid. Wel op een aantal wijn-arme dagen. Alcohol is immers niet zo maar verkrijgbaar in moslimlanden als de Verenigde Arabische Emiraten (waarvan Dubai één van de zeven is). Daarom hebben we zelf wat meegenomen. Eigen import als het ware. Ik zie al uit naar het glaasje straks op de hotelkamer.
Dubai, wat een wonderlijke stad. Sinds er in 1966 olie werd gevonden is de eenvoudige vissersplaats aan de Perzische Golf uitgegroeid tot een zeer vermogende wereldstad met ruim twee miljoen inwoners. Die wonen en werken overwegend in torenhoge appartementen- en kantoorgebouwen, de ene al prestigieuzer dan de andere. De architectuur is fascinerend maar geeft de stad ook iets onwerkelijks, a world of make belief. De voorliefde voor records (Dubai herbergt de grootste Shopping Mall ter wereld, Burj Kalifa is met zijn 835 meter het hoogste gebouw ter wereld etc.) vind je ook terug in rariteiten als de grootste overdekte indoor-skibaan, inclusief zwarte pistes en hellingen tot 500 meter. In een klimaat waar de temperatuur zomers kan oplopen tot 50 ° C.!
En dan de wijn. Want die is er natuurlijk wel, alles is hier te koop. Na enkele wijnloze maaltijden trakteren we onszelf op een dinertje bij het ons aangeraden Qbara. Het is een trendy, Europees aandoend restaurant, althans, als ik afga op de jonge dames die ons welkom heten: fel opgemaakt en kort gerokt. Kom ik daar binnen met m’n overmaatse pashmina! De entourage en de gerechten zijn een fijne mix van oosters en westers, net zoals je in de stad mensen in soepjurken, maatpakken en joggingshorts door en naast elkaar ziet lopen.
De wijnkaart mag er zijn. De aan de wijnen gekoppelde prijs ook. Voor een relatief eenvoudige Muscadet de Sevre et Maine sur lie (2013) uit de Loire betaal je ruim €80, een Meursault (Bourgogne, ook 2013) gaat al gauw richting €250. Die kiezen we dus niet. We opteren voor een ‘klassieke’ wijn, zoals de kaart zo aardig aangeeft: behalve de oude en nieuwe wijnwereld, wordt er hier een derde categorie aan toegevoegd, de klassieke wijnwereld. Een mooie vondst (ik ben de term althans niet eerder zo tegen gekomen) die wijnen uit onder meer het Midden Oosten een verdiende plaats geeft.
Sommelier bij Qbara is Aziz Hathout en hij is blij met onze aandacht voor de wijn. ‘Geld is hier genoeg, veel gasten kiezen gewoon een dure fles omwille van het prestige,’ zegt hij. Ik vraag hem hoe je in een islamitisch land sommelier kunt worden. Hij glimlacht en vertelt dat hij zijn opleiding in het buitenland heeft genoten. Hij adviseert ons met enthousiasme en laat meerdere wijnen proeven. In combinatie met de Arabische keuken is er qua wijn nog heel wat te ontdekken, erkent ook Aziz. Toch kan onze witte Libanese Musar Jeune uit de Bekaa Valley (2011) de veelzijdigheid van het internationale menu goed aan. We hebben een heerlijke avond.
Hij is weer mooi!
Verstuurd vanaf mijn iPhone
Ja grappig he
Alweer een heel leuk artikel! Cheers, Barbara
Gelukkig was er een lekker wijntje om de tand-zandstraal-ervaring weg te spoelen!
Een leuk verslag van deze stad vol superlatieven!!
Leuk artikel!