“Wilt u een of twee kamers?”
Ik kijk Verloofde verbaasd aan. We zijn nog niet eerder voor secretaresse en baas aangezien.
“Uno et suffisemento”, zeg ik in ad-hoc Spaans. De dame van de hotelreceptie glimlacht begrijpend en boekt ons samen in.
We zijn met enkele tussenstops aangekomen in het noordoosten van Spanje. Onderweg hebben we erg geoefend in onze missie voor de komende drie weken: het doen van wijnresearch in combinatie met het houden van vakantie. De eerste proeve van bekwaamheid hebben we ruimschoots doorstaan: een voortreffelijk bezoek aan Clos de Paulilles bij Banyuls, in het zuiden van Frankrijk. De wijngaarden liggen pal aan zee. Na de interessante rondleiding en mooie proeverij hoefden we slechts het pad af te lopen, ons goede goed voor badgoed te verwisselen en ons, onder de parasol, neer te vleien op het strand om in alle rust onze bevindingen te evalueren.
Maar zo gemakkelijk gaat het natuurlijk niet altijd. We reizen bijna vijfduizend kilometer om een aantal opmerkelijke wijnhuizen in het oosten van Spanje te bezoeken, het onderwerp van de Masterclass die Verloofde voorbereidt. We beginnen in het achterland van Barcelona, Penedès, de streek waar de beste Spaanse mousserende wijnen vandaan komen. We bezoeken daar een van de eerste, en in elk geval het grootste wijndomein op dat gebied, huis CodornÃu. Een oudere man die zich voorstelt als Pedro, wacht ons op. Hij is na ruim veertig jaar trouwe dienst in de kelders van het huis gepromoveerd tot gids en neemt ons mee onder de grond waar miljoenen flessen liggen te rijpen tot ze als cava in de handel mogen worden gebracht.
Indrukwekkend en groots is ook het bekende huis Torres, eveneens in Penedès. In 1870 richtte overgrootvader Torres een wijnexportzaak op die door opeenvolgende generaties is uitgebouwd tot een wereldwijd vermaard bedrijf in kwaliteitswijnen en destillaten. Honderd jaar later verricht Miguel Torres (vader) baanbrekend werk om zijn wijnen internationaal op de kaart te krijgen. Dat heeft niet alleen Torres geen windeieren gelegd maar de hele Spaanse wijnbouw goed gedaan.
Nu kon die ook wel een boost gebruiken. Tot eind 20e eeuw werd de meeste wijn ongebotteld verhandeld en in bulk verkocht. Zo uit het vat dus, ook aan de consument, met behulp van een slangetje en een jerrycan. Onnodig te zeggen dat die wijn veelal van inferieure kwaliteit was. Dat deerde de Spanjaarden niet, het was eerder ‘veel voor weinig’ en het van nature hoge alcoholpercentage was geen bezwaar, integendeel.
Inmiddels is Spanje een vooraanstaand wijnland. Torres is nog altijd een trendsetter, in dit geval door de aandacht voor, en investeringen in duurzame wijnbouw en alles wat daar tegenwoordig bij hoort. We bekijken een deel van het domein vanuit een door zonne-energie aangedreven treintje (overigens van Nederlandse makelij), wat toeristisch aandoet maar past in de professionalisering van het rondleiden van ruim honderdduizend bezoekers per jaar.
We overnachten daarna in Sitges, aan de kust. Vanuit de auto hebben we online een kamer gereserveerd in een wat verouderd maar charmant hotel. Sitges is in homokringen een populaire badplaats, toch is het er ook voor hetero’s goed toeven, ervaren we. En ook hier is het hotelpersoneel discreet en alert. “Wilt u een of twee bedden?” vraagt de leuke receptionist als we inchecken.