Waarom wij geen Zwitserse wijn drinken…

Het is een stralende dag in Montreux. Eind maart,  nog vroeg in het seizoen. Er zijn nog niet veel toeristen, filmliefhebbers of jazzfanaten, al trekt het in brons gegoten beeld van Freddie Mercury, uitkijkend over het meer van Genève, altijd publiek.

Ik logeer bij vrienden. Ze wonen even buiten het centrum, de berg op, vlak onder de oude Saint-Vincentkerk. Sint Vincentius is de patroonheilige van de wijnbouwers en die heeft hier heel wat te beschermen. Zwitserland mag dan op wijngebied een onbekend land zijn, dat wil niet zeggen dat er geen wijn gedronken wordt. Integendeel. Overal zijn wijngaarden en er wordt jaarlijks ruim 1 miljoen hectoliter geproduceerd. Alleen vindt slechts een paar procent daarvan zijn weg naar het buitenland. Waar blijft die Zwitserse wijn? Drinken ze het allemaal zelf op?

‘Mais non!’ lacht Vincent (what’s in a name?) Rossier, wijnmaker te Montreux. ‘Ik ontken niet dat wij Zwitsers graag wijn drinken maar het is eerder een volumeprobleem. We produceren domweg te weinig om enigszins rendabel te kunnen exporteren.’

Net als in de Bourgogne zijn er in Zwitserland veel kleine wijngaarden. Het domein van Vincent Rossier beslaat ook slechts ca. 3,5 ha, verspreid over verschillende wijngaarden, waaronder een charmant veldje naast voornoemde kerk. Een steil stukje ook, zoals de meeste wijngaarden hier. Daardoor kan er nauwelijks machinaal geplukt worden. Handmatig oogsten is arbeidsintensief dus dat maakt de wijnen ook duurder.

Als we binnen komen, dat wil zeggen, het trappetje afdalen naar de cave waar een deel van zijn wijnen ligt opgeslagen, is Vincent juist bezig monsters te nemen die daarna op hun sulfietgehalte onderzocht worden. Sulfiet, eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende zwaveldioxiden, wordt als conserveermiddel gebruikt bij de wijnbereiding. De hoeveelheden zijn streng gereglementeerd en staan verplicht op het etiket indien er meer dan 10 mg per liter toegevoegd is.

‘Gaat er evenveel sulfiet bij rode als bij witte wijn?’ vraagt vriendin geïnteresseerd. ‘Nee,’ zegt Vincent terwijl hij wat proefglazen pakt, ‘in rode wijn zitten meer tannines, die fungeren ook als bewaarmiddel.’ ‘Ah,’ antwoordt vriendin verheugd, ‘dan is rode wijn dus gezonder dan witte.’ Ze houdt meer van rode.

Desondanks proeven we verschillende jaargangen van zijn witte wijn (uit een plastic maatbeker), gemaakt van de chasselas (fendant) druif, de meest aangeplante witte druif in Zwitserland. Voor zijn eigen plezier experimenteert Vincent daarnaast met allerlei druivenvariëteiten. Bij wijze van primeur laat hij ons zijn eerste oogst gewürztraminer proeven. Verrassend lekker fris en prachtig aromatisch. Daar willen we wel een paar doosjes van bestellen. Vincent begint opnieuw te lachen. ‘Dat zal niet gaan. Ik maak hier maar een paar honderd flessen van. En die heb ik eigenlijk al exclusief aan het restaurant aan de overkant beloofd…Eh, dus toch een beetje voor ‘eigen’ gebruik’, knipoogt hij.

We kopen wat andere wijnen maar pas bij thuiskomst zie ik dat de flessen 70 cl bevatten, in plaats van de in Europa voorgeschreven 75 cl. Lekker eigenwijs, die Zwitsers. Het zal dan ook niet voor niets zijn ze geen deel uitmaken van de EU…

Geef een reactie