Het is altijd even afwachten hoe je elkaar de volgende ochtend aantreft na een levendige, lange avond aan tafel, met een glas of twintig, per persoon. Gelukkig zijn we professionele proevers en waren de spuugemmertjes voller dan de glazen. Dus het weerzien met Christian Dautel is ’s ochtends fris en hartelijk. Hij is ruim een hoofd groter dan ik, bijna de helft jonger en een stuk hipper, met zijn in staart gebonden rasta haar en wenkbrauwpiercing. Niet het prototype van een Duitse wijnboer zou je zeggen…
Verloofde en ik zijn op wijntournee in het zuiden van Duitsland. Daar brengen we onder andere een bezoek aan Weingut Dautel, vlakbij Württemberg in Baden, een bij ons wat minder bekende wijnregio. Plaatselijk bestaan er allerlei grapjes over waarom de streek niet zo bekend is (de inwoners zouden hun eigen wijn opdrinken zodat er niks meer overblijft om elders aan de man te brengen) maar dat kan ook zijn omdat buitenstaanders niet allemaal gecharmeerd zijn van de lokaal populaire druif, de trollinger. De bleekrode wijn die hiervan gemaakt bekoort mij ook minder.
Wel lekker en verrassend vind ik de rode wijnen van de lembergerdruif (blaufränkisch in Oostenrijk). Sinds de modernisering van de wijnbouw in deze streek (jaren 1980) is de kwaliteit daarvan, net als andere rode en witte druiven, sterk verbeterd. De vader van Christian, Ernst Deutel, heeft in dit proces een pioniersrol gespeeld. Komend uit een eeuwenoude wijnfamilie, besliste hij als jonge wijnmaker zijn eigen koers te varen. Hij verminderde de opbrengst en legde zich toe op kwaliteit, terwijl in die tijd de kwantiteit vooral primeerde. Ten tweede liet hij zijn rode wijnen op hout rijpen. En last but not least stapte hij uit de regionale coöperatie om meer vrijheid te hebben. Dergelijk rebels gedrag stond in die tijd ongeveer gelijk aan een echtscheiding. Zijn eigenzinnigheid werd hem niet in dank afgenomen, zeker niet omdat zijn vader één van de oprichters van de coöperatie was. Maar Ernsts koers hield stand, sterker, zijn manier van wijnbouw vond navolging en Weingut Dautel groeide uit tot een bloeiend bedrijf.
Daar zwaait sinds twee jaar zoon Christian (30) de scepter. Goed opgeleid, met internationale wijnervaring en een enorme gedrevenheid, weet hij hoe hij zijn eigen wijnen wil maken. Ook hij is een liefhebber van houtrijping, al mag het niet te veel zijn. Vergelijk het met het snufje zout in bepaalde gerechten, het moet juist zijn. In een mengeling van zangerig Duits en conveniant Engels memoriseren we nog even de voortreffelijke proeverij van gisteren waarna hij ons rondleidt op het domein. Daar ontmoeten we ook zijn ouders, Ernst en Hannelore. ‘Werken ze nog mee in het bedrijf?’ vraag ik Christian. ‘Ik ben mijn ouders veel verschuldigd en zou het bedrijf niet kunnen leiden zonder hen.’ Dan lacht hij. ‘Maar de rollen zijn omgedraaid. Ik mag nu de rekeningen betalen, en zij zijn mijn enige personeel.’