Vers getapt

Het is eigenlijk vreemd gesteld met de wijndruiven. Hoewel je in principe maar drie kleurtjes wijn hebt, rood, wit en roze, kunnen de druiven je soms op het verkeerde spoor zetten. Want lijkt groen op wit? In wijnland wel. Daar geven groene druiven witte wijn. En lijkt blauw op rood? Alleen in wijnland. Rode wijn wordt immers gemaakt van blauwe  druiven. Overigens niet uitsluitend, er worden ook blauwe druiven gebruikt voor witte of mousserende wijnen, maar dat is een ander verhaal.

Op Sicilië, het zonovergoten Italiaanse eiland dat in de afgelopen eeuwen zo vaak aan andere overheersers heeft toebehoord dat het een smeltkroes van culturen is, komt daar nog een zwarte druif bij, althans, zo wordt hij genoemd, de Nero d’Avola. Het zwartje uit Avola, een levendig plaatsje op ongeveer 20 km van Siracuse, is de bekendste druivensoort van Sicilië en is ver voor de Christelijke jaartelling door de Grieken geïmporteerd. Zoals de meeste druivensoorten in Italië trouwens.

Tot een jaar of dertig geleden werd de Nero d’Avola vanwege haar robijnrode kleur en relatief hoge alcoholpercentage gebruikt om andere wijnen op te leuken en meer body te geven. Zij werd dus vooral als assemblagewijn gebruikt maar sinds de jaren 1980 wordt ze ook op eigen merites beoordeeld. Met succes. Inmiddels wordt de druivensoort overal op Sicilië aangeplant en is het wereldwijd een vermaarde wijn.

Al zijn er natuurlijk kwaliteitsverschillen. Op zoek naar een lekkere Nero d’Avola die je zowel licht gekoeld (we zijn op vakantie en de koelbox achterin de auto is er om grote hoeveelheden water en iets kleinere hoeveelheden wijn op temperatuur te houden) kunt drinken als om er een paar van mee naar huis te nemen, belanden we in Avola in een wijnwinkel die vol staat met grote houten vaten. De eigenaar, Alfonso, blijkt ook de producent te zijn. Hij laat ons verschillende wijnen uit het vat proeven door domweg het slangetje boven het glas te hangen. Alsof je bij de benzinepomp staat, maar dan lekker! In een mengeling van talen ontstaat een prettig gebarengesprek doorspekt met proefnotities en vakjargon.

We proeven van alles, van authentieke wijndruiven waarvan ik nog nooit gehoord heb (zoals de Zibibbo, een geurige halfzoete witte wijn) tot en met amandelwijn. Om mee te nemen kiezen we uiteindelijk een paar mooie flessen rood. En voor nu en onderweg vul ik een twee literfles met zijn lokale Nero d’Avola 2010. Proost!

Geef een reactie