Vernieuwend Hongarije (1): Tokaj

Hij rijdt moeiteloos ruim 40.000 km per jaar maar in de wijngaard is hij even de weg kwijt. Exportmanager Gabor Weiner van Château Dereszla in Tokaj lacht verontschuldigend. ‘De regen van gisteren heeft enkele paden onbegaanbaar en onherkenbaar gemaakt,’ zegt hij in perfect Engels. We staan voor een enorme modderpoel die zelfs voor de quad te groot is. Het laatste stuk leggen we te voet af, klimmend en zigzaggend door de wijngaarden, naar het hoogste punt waarvandaan we een magnifiek uitzicht hebben over dit unieke wijngebied.

Zeg Hongaarse wijn en de meesten van ons zullen denken aan Tokaj Aszú (en waarschijnlijk aan Stierenbloed, maar daarover meer in het volgende stukje). Deze verrukkelijke zoete dessertwijn wordt hier al sinds de 17e eeuw gemaakt op basis van door ‘nobele rot’ aangetaste druiven, een schimmel die de druiven doet verschrompelen. Tijdens dit rottingsproces concentreren de zuren, suikers en smaken zich in de druif, en dat verklaart de bijzondere, intense smaak. In Tokaj zijn de klimatologische en geografische omstandigheden waaronder deze schimmel het best gedijt optimaal. ‘Het plukken van de aszú druiven is een uiterst secuur werk,’ vertelt Gabor. ‘Uiteraard gebeurt dat handmatig, sterker, de druiven worden per stuk, druif per druif geplukt! Zeer arbeidsintensief dus, en vakwerk. Het zijn met name oudere vrouwen die dat voor hun rekening nemen. Sinds Hongarije tot de EU is toegetreden (in 2004) zijn veel mensen westwaarts getrokken, op zoek naar beter werk en hogere lonen,’ verklaart Gabor. ‘Maar zij zijn er nog, hebben ervaring én geduld,’ voegt hij er met een glimlach aan toe.

De zoete Tokajwijnen hebben wereldfaam verworven en een grote naamsbekendheid. Toch kan de kleine dwaling in de wijngaard misschien wel als tekenend gezien worden voor de fase waarin de beroemde wijnstreek zich momenteel bevindt. Internationaal is de markt voor zoete wijnen namelijk al enkele jaren dalend. De consument drinkt liever frisse, droge wijnen. Hoe kan Tokaj daar op inspelen?

Door ook droge witte wijnen te maken, is het antwoord.  En te investeren. In wijngaarden, in modernere productiemiddelen, in mensen en marketing. Nu is de ligging van Tokaj, in het verre noordoosten van Hongarije, niet echt sexy, dus imagoversterkers als Wereld Erfgoed (2002), helpen, evenals vele miljoenen aan Europese en Hongaarse subsidies om naast de zoete ook droge wijnen te maken. Qua druiven maakt het niet veel verschil, in beide gevallen worden (hoofdzakelijk) de furmint en hárslevelű gebruikt. Het productieproces verandert natuurlijk wel, er wordt eerder geplukt, de wijn rijpt korter en komt sneller op de markt.

Niet alleen zijn er dus tegenwoordig droge witte Tokajwijnen, er wordt ook geëxperimenteerd met het maken van mousserende wijnen. Dereszla is daar zelfs al vrij succesvol in en zette in 2015 een nieuwe winery op, speciaal gericht op het produceren van sparkling wines. ‘Er is veel vraag naar vanuit de binnenlandse markt, vooral bij jonge mensen’ zegt Gabor terwijl hij ons een verfrissend en elegant glas inschenkt. ‘We zitten op gouden grond hier in Tokaj, ook voor niet-zoete wijnen. En we werken er hard aan om de streek op die manier in de markt te houden.’

Deze wens, of missie, zullen we vaker in Hongarije tegenkomen. Onder meer in Eger, onze volgende bestemming …

Geef een reactie