‘Hoeveel nachten blijven jullie?’ vraagt Javier.
‘Vier,’ antwoord ik, verrast door zijn vraag.
‘Bueno. Dan kom je vier kilo aan!’ Hij grijnst.
We zitten in een tapasbar, één van de vele ‘tabernas’ in Madrid, samen met onze Spaanse vrienden Javier en Dolores. We hebben net een fles Rioja besteld en ze overleggen welke tapas er het best bij geserveerd kunnen worden. Gastvrij als ze zijn, bestellen ze veel te veel. Dus nog maar een fles. Ja, zo zal het wel lukken met die kilo’s!
Javier rekent niet voor niets in nachten. In Madrid begint de dag pas ’s avonds. Na het werk komt de stad tot leven. We zijn er eind oktober 2011 en de temperaturen zijn ook ’s avonds nog heerlijk. De winkels zijn tot laat open, en de terrassen en barretjes lopen vol.
Het is overal druk maar voor bepaalde tabernas vormen zich rijen. En dat is minder een kwestie van zien en gezien worden als wel het kiezen voor de specialiteit van die bepaalde tapasbar. Het is, zeker in het weekend, een avondvullend programma, kuierend door de stad, van hapje naar hapje, uiteraard voorzien van een bijpassend glas wijn, sherry of rubia blonde (bier, zo genoemd vanwege de lichte kleur).
‘Eigenlijk eten we de hele dag,’ zegt Dolores. ‘En als we niet eten, hébben we het erover,’ voegt ze er lachend aan toe. Het is vermoedelijk de enige manier om het vol te houden want de Madrilenen maken lange dagen, zeker in de horeca. En eten blijft nu eenmaal brandstof. Dus na een snel ontbijt thuis (geroosterd stokbrood met wat olijfolie en een kop koffie) gaat men aan het werk. Zo rond een uur of elf een korte pauze met iets kleins te eten (churros y porros o tostada). In het weekend, of als men ’s middags niet hoeft te werken, wordt er vanaf 13:30 uur geaperitiefd, om de eetlust op te wekken uiteraard. Daarna wordt er uitgebreid geluncht, het is de hoofdmaaltijd van de dag. In de grote stad is weinig tijd voor siësta’s, ondanks het feit dat veel winkels en diensten gesloten zijn van 13-17 uur. Voor de spijsverbetering ongetwijfeld beter, niet voor de economie.
Hoe dan ook, zo rond de klok van vijf is het tijd voor een opkikkertje (la merienda) in de vorm van een kop koffie met een zoetigheidje. Tussen zeven en acht uur worden er opnieuw wat aperitiefjes gedronken, vergezeld van tapas. Elke bar of bodega heeft zijn huisrecept voor de traditionele tortilla maar daarnaast is de mooi gesneden Iberico ham favoriet. Ook gefrituurde vishapjes en smakelijk ogende bordjes Manchego ((schapenkaas) zijn geliefd. Ter afsluiting van de dag wordt dan nog zo rond negen uur ’s avonds… gegeten!
Tijdens ons verblijf doen we er alles aan om de vele bezienswaardigheden en musea zoveel mogelijk te voet te bezoeken in een poging de conditie en het gewicht een beetje op peil te houden. Na vier intense dagen en even zoveel heerlijke avonden in bruisend Madrid, ga ik bij thuiskomst, tegen beter weten in, op de weegschaal staan.
Vreemd, dat je met vliegen toch altijd zoveel vocht vasthoudt!