Keuls water

‘Ik ruik een lenteochtend in Italië, na een regenbui’, schrijft Johann Maria Farina in 1708 vanuit zijn nieuwe verblijfplaats Keulen poëtisch aan zijn broer. ‘De geur doet me denken aan sinaasappels, aan bergamot, aan bloesem, citroenen, grapefruit en kruiden uit onze geboortestreek.’ Farina heeft het niet over wijn, al had het gekund, nee, hij heeft het over het reukwater dat hij aan het ontwikkelen is en een jaar later op de markt zal brengen. Als Italiaanse immigrant had Farina kort daarvoor toestemming gekregen om zich als vrije burger in Keulen te vestigen als parfumeur. Uit dankbaarheid jegens de stad noemde hij het ‘Kölnisch Wasser’ waar hij beroemd mee zou worden, Eau de Cologne.

Dat Farina voor zijn exclusieve parfum een Franse benaming koos, is niet zo verwonderlijk. In hogere kringen en in het zakelijk verkeer was Frans de voertaal. Ook commercieel was het een slimme zet, want Farina slaagde erin zo ongeveer alle Europese vorstenhuizen en andere vooraanstaande lieden als klant te krijgen. Om het luxueuze karakter van zijn parfum te benadrukken koos hij een (rode) tulp als symbool op het etiket, destijds een teken van grote welstand.

Het internationale succes van Farina’s Eau de Cologne bracht anderen natuurlijk ook op ideeën. Doordat er toen nog nauwelijks merkenrecht bestond en ‘iedereen’ dus in principe Eau de Cologne kon maken, werd Farina’s geur decennialang veelvuldig en vrijelijk geplagieerd. Om de goede naam en de faam van het volgens geheim recept vervaardigde product te beschermen, huurden de opeenvolgende generaties Farina tientallen detectives in om wereldwijd misbruik op te sporen en de makers ervan zo mogelijk aan te klagen.

Als Farina’s Eau de Cologne dan zo exquis en duur was, hoe komt het dan dat wij het Keulse water vaak associëren met een goedkoop luchtje, oude omaatjes en overjarige Riesling? Dat hebben we te danken aan de snoodaard Wilhelm Mühlens. Hij maakte al parfum in Keulen sinds 1792, eveneens volgens een geheim procedé, maar vooral minder exclusief en dus ook goedkoper. Om optimaal mee te varen op het succes van Farina’s Eau de Cologne, kocht hij op listige wijze in 1803 de naamrechten van een Farina die verder niet gelieerd was aan de originele parfum makende familie. Het contract werd aangevochten door de ‘echte’ Farina’s en nietig verklaard in 1832. De familie Mühlens bleef echter succesvol ‘cologne’ maken en verhandelen. De nieuwe merknaam zou 4711 worden, genoemd naar het nummer van de straat waar het bedrijf gevestigd was.

Beide handelsondernemingen bestaan nog in Keulen, al is eau de cologne inmiddels een generiek merk. Laat ze dat in de Champagne maar niet horen! Toch kan de naam- en herkomstbescherming van Farina’s Eau de Cologne de champagne industrie, gezien hun uitgebreide juridische netwerk, tot voorbeeld hebben gediend. Bekendheid over en weer was er in elk geval. Ten tijde van Johann Maria Farina (die natuurlijk eigenlijk Giovanni Maria heette) werd gebruik gemaakt van stevige champagne-achtige mandflessen om Farina’s parfums naar de internationale jetset te vervoeren.

Geef een reactie