“Om te fotograferen ziet de wijngaard er momenteel niet zo aantrekkelijk uit,” verontschuldigt leasemoeder Marie-Cécile Rochelandet zich als ik mijn druivenstokken bij Domaine François Trapet eind augustus opnieuw bezoek.
Ik vind het wel meevallen. Zo ver ik kan kijken is alles mooi groen om me heen. De bebladerde ranken reiken tot ver boven mijn middel en de volle druiventrossen hangen te rijpen.
Al mag daar nog wel wat zon overheen, getuige de nog vele groene druiven aan de trossen. Eigenlijk zeg ik dat niet goed. Pas als de kleuring van de druiven (véraison) voltooid is, begint de echte rijping. Die voltrekt zich op verschillende vlakken. Smaakstoffen ontwikkelen zich (aromatische rijping) en in ‘technisch’ opzicht neemt het zuurgehalte af en het suikergehalte toe. Daarnaast is er de ‘fenolische’ rijping, die heeft betrekking op de ontwikkeling van tannines en kleurpigmenten.
“We hebben een beetje last van meeldauw,’ verklaart Marie-Cécile. Ik kijk haar geschrokken aan. Meeldauw, dat is toch een schimmelaantasting waarbij het blad verschrompelt en vervolgens afsterft? Daar gaat mijn prestigieuze aanstaande Cuvée Annick, denk ik bij mezelf. Maar Marie-Cécile gaat monter verder. “Meeldauw is een veelvoorkomende en inderdaad gevaarlijke ziekte,” zegt ze, “maar alleen in het begin van de groeiperiode, in mei, juni en de eerste helft van juli. Nu werkt het eigenlijk in ons voordeel. We laten de natuur gewoon zijn gang gaan. De bladeren vallen er vanzelf af, dat scheelt ons weer wat snoeiwerk. En ook straks met het oogsten is het handig. Bovendien krijgen de rijpende druiven, doordat er minder blad is, vanzelf meer zon. Als die schijnt, tenminste,” voegt ze er met een knipoog aan toe.
Het klinkt niet onlogisch maar als methode heb ik er nog nooit van gehoord. Wel van de bestrijding van meeldauw. Die wordt gewoonlijk gedaan met de zogenaamde Bordeauxse pap (Bouillie Bordelaise). Dit is een door de jaren heen beproefd recept met als voornaamste ingrediënten kopersulfaat en kalk. Het mengsel, waarmee de wijnranken besproeid worden, bevat dus weliswaar geen bestrijdingsmiddelen maar is als gevolg van de koper ophoping in de loop der jaren in de grond, niet onomstreden. Een beetje vertwijfeld loop ik door mijn wijngaard en zie inderdaad hier en daar een wit poederig laagje op de bladeren (daarom heet meeldauw ook wel witziekte). Ik besluit een kijkje bij de buurpercelen te gaan nemen.
Voorzien van detailkaart loop ik van Gevrey-Chambertin naar het nog geen 5 km verderop gelegen Morey-Saint-Denis, dwars door de hoger en lager gelegen wijngaarden. De meeste zijn ommuurd (de zogenoemde clos), andere herinneren eraan: de Bourgogne kent immers een eeuwenoude wijntraditie. De kerk heeft daar een belangrijk aandeel in gehad. Het zijn de Cisterciënzer monniken geweest die hier, ten behoeve van de mis én voor eigen gebruik, in de vroege Middeleeuwen wijn verbouwden en daar ook een systeem in aanbrachten. Ze ontwikkelden de ‘climats’, aanduidingen die je, net als de clos, nog steeds tegenkomt. Clos de Vougeot is daarvan waarschijnlijk het bekendste voorbeeld. Een climat verwijst naar een deel van een wijngebied dat door zijn terroir de wijn een eigen, en daardoor herkenbaar karakter geeft. Dat hadden die monniken goed gezien. Hieruit is, veel later, de wetgeving op basis van herkomstindeling voortgekomen.
Het weer is, ook vandaag, wisselvallig, zoals wel vaker in de Bourgogne, heb ik gemerkt. Het landklimaat met koude winters en hete zomers kent grillige uitersten waarbij het ook in augustus nog kan hagelen. Regenen heeft het deze zomer in ieder geval genoeg gedaan. Ben benieuwd naar de invloed daarvan op het wijnjaar 2010. Die zou voor de Bourgogne wel eens heel anders kunnen uitpakken dan in de Bordeauxstreek waar het de afgelopen zomer overwegend droog en warm geweest is. Nog los van het feit dat de wijnmakers in de Bordeaux een mislukte of minder goede oogst kunnen opvangen door de assemblage van verschillende druivensoorten. In de Bourgogne schrijven de appellatieregels voor dat er (in grote lijnen) maar twee soorten gebruikt mogen worden: pinot noir voor rode wijn en chardonnay voor witte wijn.
Het is heerlijk wandelen door de wijngaard. De buurpercelen ogen wat verzorgder, ondanks, of juist dankzij, de verse druiventrossen die her en der op de grond liggen. Dat is de zogenaamde groene oogst (vendange verte) of wel het ‘trosdunnen’ dat meestal rond deze tijd plaatsvindt. Geselecteerd op groeipotentie worden de meest onrijpe trossen verwijderd waardoor de overgebleven trossen meer licht, lucht en voedingstoffen uit de bodem krijgen om zich optimaal te ontwikkelen.
Ik keer terug naar mijn wijngaard en probeer me de opgewekte gelatenheid waarmee François en Marie-Cécile hun domein bestieren, eigen te maken. En eigenlijk zeg ik ook dat niet helemaal goed. Je voelt aan alles dat het oogstseizoen nadert. De maand september zal spannend zijn.
De belevenissen van Annick Schreuder zijn gepubliceerd in Rood, wit en soms rosé:
[bol_product_links block_id=”bol_58c69297b7159_selected-products” products=”9200000026342700″ name=”Meer lezen van Annick Schreuder” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”1″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”0″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]
3 antwoorden op “Belevenissen in de wijngaard (3)”