Hoewel ik eerder theeplantages bezocht heb, is het me pas tijdens het bezoek aan de Boh plantage in de Cameron Highlands in Maleisië opgevallen dat er een aantal treffende overeenkomsten bestaat tussen het maken van thee en wijn. Om er een paar te noemen: zowel theebladeren als wijnranken groeien als plant. Beide worden geplukt, zowel handmatig als machinaal. Beide brengen als gevolg van het fermentatieproces aroma’s met zich mee en beide worden als eindproduct gedronken.
Sterker nog, zowel thee als wijn kenmerken zich door het terroir (die magische combinatie van bodemgesteldheid, ligging en microklimaat waarin de plant groeit) en de hand des meesters. Net als de wijnboer bepaalt de theemaker immers de locatie waar verbouwd wordt en het soort. Eenvoudig gesteld, plant je de chardonnaydruif (wit) of merlot (rood) aan? Of, in thee termen, maak je groene of zwarte thee? Ook de bereidingswijze is mensenwerk. De wijn/theemaker beïnvloedt het karakter van een wijn en de fijnheid (en daarmee de smaak) van de thee. Vakkennis, een geoefende neus en een uitgebreid geurgeheugen zijn essentieel voor beiden.
Natuurlijk zijn er verschillen. Thee wordt gemaakt van bladeren, wijn van druiven. Thee wordt meest warm gedronken, wijn wordt op temperatuur geserveerd. Theebladeren gedijen het best in de tropen en dan liefst in de relatieve koelte van hoger gelegen heuvels of bergflanken. Wijnstokken groeien soms op de meest onverwachte plekken (rotsbodem, graniet, vulkaan) maar niet in de hitte en niet boven de 700, 800 m (althans, in Europa). Theeplanten zijn ‘evergreens’ en kunnen om de zoveel weken geplukt worden. Wijnranken verliezen hun blad en volgen de seizoenen. Ze slapen in de winter, ontluiken in de lente, bloeien voor de zomer en worden voor de herfst geoogst, eenmaal per jaar dus.
Theeplanten groeien uitbundig als ze niet gesnoeid worden, ze kunnen tot wel 20 m hoog worden. Om het de plukkers niet al te moeilijk te maken, want op zichzelf is het plukken van theebladeren al vakwerk, net als het oogsten van druiven, laat men de planten niet veel boven de 1 meter uitgroeien. Druivenplukkers hebben het fysiek lastiger, zij moeten door de knieën en hun rug krommen om de manden of emmers vol te krijgen. Anderzijds, de druivenoogst eindigt in een feest, de geplukte theebladeren in een weegschaal om de hoogte van het loon vast te stellen. Geen vetpot, overigens.
Kortom, ondanks de verschillen zijn de overeenkomsten frappant. En zo voel ik me toch een beetje thuis hier. Want in islamitisch Maleisië is wijn weliswaar beperkt verkrijgbaar maar quasi onbetaalbaar. De overheid vordert tot 200% oplopende accijns op alcohol (houdende dranken). Thee drink ik dus hier!